#No 1#JULI2024
KOPZORGEN
‘Eigenlijk had ik toch niet het juiste beeld van de opleiding’
Een derde van de studenten stopt in het eerste jaar als gevolg van een verkeerde studiekeuze. Vaak spelen verkeerde verwachtingen een rol. Veel studenten vormen een beeld van een vak of studie door mensen die dichtbij staan. Hun vader is huisarts, of een populaire medische serie gaf een te rooskleurig beeld van werken in een ziekenhuis. Hoe kunnen we studenten helpen om de juiste studiekeuze te maken?
Jonne Vulperhorst werkt als onderwijskundig adviseur en trainer voor Onderwijsadvies & Training op de Universiteit van Utrecht. In zijn werk focust hij voornamelijk op hoe jongeren keuzes maken voor, tijdens, en na het hoger onderwijs. Hier doet hij onderzoek naar en professionaliseert hij decanen, tutoren en studieadviseurs in.
Wat gaat er om in de hoofden van jongeren op het moment dat ze een studiekeuze moeten maken? Die vraag fascineert onderzoeker en onderwijskundig adviseur Jonne Vulperhorst van de Universiteit van Utrecht (UU), die promoveerde op het onderwerp studiekeuze. Zelf kon hij moeilijk kiezen. "Ik vond alles interessant en bezocht veel open dagen, van geschiedenis tot scheikunde. Ik heb bij toeval de keuze voor Interdisciplinaire sociale wetenschap gemaakt. Daarin zat iets in van sociologie, antropologie en psychologie."
Uit veel onderzoek blijkt dat jongeren een studiekeuze maken op basis van hun interesses. "Die interesses veranderen voortdurend door ervaringen in het dagelijks leven", zegt Vulperhorst. "Interesses kunnen specifieker worden, ophouden te bestaan, en er kunnen nieuwe interesses ontstaan. Dit gebeurt vooral tijdens de studiekeuze; jongeren moeten dan actief onderzoeken of hun interesses wel of niet bij een studie passen."
Hobby of werk
Allereerst moeten jongeren bepalen welke interesses academisch zijn. "Wil je verder in de videogames, of blijft dat juist een hobby?" Vervolgens gaan jongeren op zoek naar de interesses waarmee ze het meeste een toekomst zien. Hierbij spelen onder meer hun normen en waarden en de omgeving een rol: "Je moeder vindt misschien dat je iets met scheikunde moet doen, terwijl je zelf meer geïnteresseerd bent in kunst." Ga je eenmaal bij een programma kijken, dan kan nieuwe informatie je aan het twijfelen brengen. "Misschien had je bouwkunde nooit serieus overwogen, totdat je ontdekt dat duurzaamheid een grote rol speelt in de opleiding." Tenslotte is de balans binnen en buiten de opleiding belangrijk: "Misschien wil je dicht bij je eigen dorp blijven, zodat je bij je voetbalclub kunt blijven spelen."
Studenten zijn tot in een vrij laat stadium aan het shoppen, weet onderzoeker Karlijn Soppe van de Universiteit Utrecht (UU). Zij deed ruim zes jaar promotieonderzoek naar de studiekeuzecheck bij Nederlandse universiteiten, die kijkt of er een match is tussen de student en de opleiding. Daarvoor analyseerde ze bijvoorbeeld de vragenlijsten die opleidingen gebruiken om de motivatie, interesses en eerdere prestaties van de student te achterhalen. "Studenten willen eerst van alles uitproberen en maken dan pas een definitieve keuze." Ook zij kon moeilijk kiezen. "Vanaf de vierde klas bezocht ik open dagen, van fysiotherapie tot Duitse taal en cultuur. Toen ik uitkwam bij sociologie, vergeleek ik deze studie op verschillende instellingen, want ook de sfeer op een campus moet bij je passen."
Rooskleurig beeld
Veel studenten vormen een beeld over een studie of het vak door mensen die dichtbij staan. Hun vader is huisarts, een kennis volgde een soortgelijke opleiding. Of een populaire medische serie gaf een te rooskleurig beeld van het werk in een ziekenhuis. Soppe: "Het risico is dat jongeren andermans visie voor waarheid aannemen, of niet goed meer weten wat betrouwbare bronnen zijn. Terwijl een kritische houding juist belangrijk is." Ook Vulperhorst merkt dat studenten soms erg gefocust zijn op het vak. "Ze willen bijvoorbeeld graag kinderoncoloog worden. Terwijl ze nog niet goed hebben gerealiseerd wat het inhoudt om geneeskunde te studeren."
Bij de Universiteit van Utrecht mag je zonder matching niet beginnen aan een studie. Dat gaat gepaard met een lage studie-uitval. "We zien een verband, maar kunnen niet hardmaken dat er sprake is van causaliteit", benadrukt Soppe. Studievoorlichtingen hebben vaak een wervend karakter, weet Soppe. Echter, wanneer de studiekeuzecheck wervend is, schuilt daarin een gevaar. "Dan neemt een student het minder serieus. Studenten moeten een realistisch beeld krijgen van hoe een opleiding in elkaar zit en wat het niveau is. Hoeveel wiskunde zit er in deze studie, hoeveel uren zelfstudie kan ik verwachten? Hoe accurater, hoe beter."
De beste manier om de aansluiting met de opleiding te testen is met intensieve matchingactiviteiten, zoals matchingdagen en online modules. Zo’n intensieve matching gaat gepaard met lagere inschrijfaantallen. "Ja, met onze matching schrikken we wellicht ook studenten af. Er lijkt een prestatiedruk uit voort te komen." Maar matching is juist een dienst aan de student, benadrukt Soppe. "Daarmee kan de student een juiste inschatting maken: Vind ik het interessant, kan ik dit aan? En nog een belangrijk aspect: Is dit sociaal gezien een goede plek voor mij? Daarom is matching op locatie zo waardevol."
‘Binnen geneeskunde heerst vaak een cultuur dat je niet mag twijfelen aan je studiekeuze’
Karlijn Soppe is universitair docent Methoden en Statistiek. Ze geeft les in verschillende bacheloropleidingen en doet onderzoek in de context van het hoger onderwijs, met name gericht op studiekeuze en motivatie. Ze deed promotieonderzoek naar de studiekeuzecheck aan Nederlandse universiteiten.
Minder inschrijvingen
Ook een toets of huiswerk kan een student een goed idee geven over de inhoud en het niveau van een opleiding. "Bijvoorbeeld een opdracht uit het eerste jaar die een representatief beeld geeft." Volgens de onderzoeker wijzen lagere inschrijfaantallen juist op effectieve matching: studenten kunnen beter beoordelen of de opleiding aansluit bij hun talenten en verwachtingen, waardoor meer studenten hun inschrijving heroverwegen.
Na afloop van de matching ontvangen studenten een studiekeuzeadvies. Sommige instellingen werken met stoplichten: groen bij een match, oranje als er bezwaren zijn, rood als het echt niet past. Wanneer studenten het gevoel hebben dat de matching niet representatief is voor de opleiding, negeren ze vaker een negatief advies. De UU geeft geen positief of negatief advies, maar stuurt een uitgebreide email met algemene feedback. Soppe: "Want het is aan de student om te reflecteren op de matching."
Niet twijfelen
Hebben jongeren eenmaal een studiekeuze gemaakt, dan pinnen ze zich daar soms op vast, ziet Vulperhorst. "Bijvoorbeeld omdat ze sociale druk ervaren. Als jongeren meermaals van studiekeuze wisselen, zijn ze bang om niet geloofwaardig over te komen bij hun naasten." Binnen geneeskunde heerst vaak een cultuur dat je niet mag twijfelen aan je studiekeuze, weet de onderzoeker. "Maar er zijn altijd studenten die toch wel opzien tegen de vele uren of nachtdiensten die ze moeten gaan draaien. Alleen al het gesprek erover voeren, kan voor veel opluchting zorgen bij studenten."
Elke student maakt in de eerste paar maanden een dip in de motivatie door, weet Soppe. "Zeker als je je eerste vakken niet haalt. Een goed sociaal netwerk en een klik met medestudenten zwakt die dip af. Dus de sociale integratie is heel belangrijk om studie-uitval te voorkomen." Daarom hebben veel opleidingen het tutoraat geïntensiveerd. Zo ontwikkelde de Fontys Hogeschool de Startthermometer (zie kader), een tool voor tutors om studenten het eerste jaar door te begeleiden, of eventueel naar een andere opleiding te laten switchen.
Continu reflecteren
Moedig studenten aan om te blijven reflecteren op interesses en studieprogramma’s, adviseert Vulperhorst opleiders. "Studieadviseurs zijn er vaak pas als het misgaat, of als iemand heel erg twijfelt. Dat zou anders kunnen. Studenten en hun interesses zijn continu in ontwikkeling. Help hen om continu te reflecteren: vind ik dit nog leuk? Wat kan helpen is het invullen van een tijdslijn over hun studiekeuzeproces." Zet jongeren tegelijkertijd niet te veel onder druk om het perfect passende programma te vinden. "Leg uit dat je als student tijdens de opleiding nog allerlei vervolgkeuzes kunt maken. En daarbij: zestig procent van de mensen doet niet meer iets met zijn opleiding. Doe iets waar je nu energie van krijgt. Er komen nog keuzes zat."
‘Er zijn studenten die opzien tegen de vele uren of nachtdiensten. Alleen al het gesprek erover voeren kan opluchten’
Een goed begin
De Startthermometer is een online reflectie- en welzijnsinstrument ontwikkeld door Fontys dat eerstejaars na de eerste lesweken laat stilstaan bij de studiekeuze, motivatie, welzijn en eerste ervaringen. De student vult een vragenlijst in, die aanleiding kan zijn voor een gesprek met een coach. Die kan vroegtijdig signaleren waar (extra) ondersteuning of begeleiding nodig is.